Brontekst bekijken van Afscheid van de tram

[[Bestand: Afscheid van de tram.jpg|thumb|rechts|200px|Op 24 oktober 1937 nam Waalwijk met een ‘begrafenis’ afscheid van de tram (SALHA, fotonr. 20268).]]

Het lied '''Afscheid van de tram''' werd geschreven door [[Drik van Engelen]] bij gelegenheid van het opheffen van de [[tramlijn]] in 1937.

‘t Is dan toch zover gekomen <br>
Jij staat aan den rand van ’t graf <br>
Nooit zullen wij jouw weer hooren <br>
’t Menschdom wilde van je af <br>
‘k Weet niet of je ’t wel verdiende<br>
Dat zoo gauw het einde kwam<br>
Ik voor mij, ik zal je missen<br>
Goeide ouwerwetsche tram.<br>
Zeg stumperd, wat heb jij misdaan<br>
Dat je voor goed moest van de baan? <br>

Refrein:<br>
Nooit zal ik jouw meer hooren<br>
Nooit fluit of bel je meer<br>
Jij hebt den strijd verloren<br>
Tegen ’t modern verkeer! <br>

Wat een feest als ik met moeder <br>
Vroeger met jouw mee mocht gaan <br>
Geen bezwaar al kwam je puffend<br>
Met een uur vertraging aan, <br>
Als we ’s-zomers met jouw reisden<br>
In ’n zwart costuum of blauw geruit<br>
Na een poosje kwam eenieder<br>
Heelemaal in ’t grijs eruit<br>
Vanaf je schoenen tot je das<br>
Zat j’onder ’t stof en onder d’asch! <br>

Wie mocht jij al niet vervoeren<br>
Iedereen reed met jouw mee <br>
Je reed naar beevaart en naar kermis <br>
Stopte haast voor elk café! <br>
Rustig konden w’een ‘graantje pikken’<br>
Tot de conducteur ons riep<br>
Iedereen wilde jou helpen<br>
Als je naast de rails eens liep<br>
En voor de prijs van veertig cent<br>
Gaf jij een reis haast zonder end! <br>

Och – je maakte wel eens stukken<br>
Wie heeft niet een keer abuis? <br>
’t Gebeurde zelfs enkele malen <br>
Dat je ergens reed in huis <br>
D’autobus die is gekomen<br>
Ontfutselde jouw menige klant<br>
Je eigen graf dat ging je graven<br>
Je reed daarvoor zelf het zand<br>
Hoe past het spreekwoord hier weer schoon<br>
Dat ‘ondank is des werelds loon.’ <br>

‘k Heb aan de haven daar staan kijken<br> 
Met een traan in ’t oog gezien <br>
Hoe z’oud ijzer gingen maken<br>
Van het trotsche ‘trammachien’<br>
Ik zag hoe z’in het schip je smeten<br>
Hoe de slooper overwon <br>
Zeg wordt jij soms omgetooverd<br>
In ’n geweer of in ’n kanon? <br>
Als het zoo met je is gesteld <br>
Dat je dan geen kwaad met kwaad vergeldt! <br>

En niemand hoor ik klagen<br>
Maar ik – ik treur om jou<br>
Want in jouw gloriedagen<br>
‘was ’t een beet’re tijd dan nou!’

[[Hendrikus van Engelen|H. van Engelen]]

{{Appendix||2=
==Appendix==
===Bronnen===
*De Echo van het Zuiden,24 juli 1937.
}}

[[Categorie: Kunst en cultuur]]
[[Categorie: Gedichten]]